Interieur: de mobiele woonkamer
De passagiersruimte van de ID.3 zit vol innovaties en is toch nog puristisch vormgegeven. Hoe het interieurteam rond Alex Gebel erin slaagde een nieuwe designtaal voor elektrische mobiliteit te vinden, ziet u hier.
Nieuwe designideeën vergen moed en vrijheid: waarom de binnenkant van de nieuwe ID.3 eerder ‘non-automotiv’ aandoet en er veeleer uitziet als een moderne en mobiele woonkamer, vertelt ons Axel Gebel, interieurdesigner, in episode 11 van Becoming ID.
Wat was het moment waarop u zag dat de elektrische mobiliteit voor iedereen op doorbreken staat?
Meteen bij het begin van het project kregen we te horen: “nieuwe ideeën vergen moed en vrijheid, ‘creativeer’ jullie!” Denk eerst rustig na over de vorm vooraleer je met de functie begint. Het voertuig kan alles zijn: lounge, woonkamer of bioscoop. Vanuit deze houding is het open space-concept ontstaan. Heel luchtig en ruim. Ook technisch hebben we nieuwe wegen bewandeld. Minder behoedzame verbeteringen, eerder revolutionaire, nieuwe ontwikkelingen.
Hoe was anders het head-updisplay met augmented reality-technologie de kern van het interieur geworden?
Maar hier gold ook: niet overladen, wel intelligente eenvoud laten heersen. Over de hele projectduur beschouwd: wat was de grootste uitdaging waar u voor heeft gestaan? De grootste uitdaging bij de ID.3 bestond erin om dat wat we qua design hadden bedacht, dan ook zo gemaakt en bedienbaar te krijgen, zodat je het dan ook zo echt op de baan kan beleven. Hierbij was het ook een hele opdracht om de emotionaliteit die dit idee met zich meebrengt, te verpakken in een concept. Een nieuwe designtaal voor de e-mobiliteit vinden die zich duidelijk van die van vandaag onderscheidt.
Dat wil zeggen iets ontwerpen wat de auto van morgen voorstelt maar de mens van vandaag aanspreekt. En ondanks alle digitale voorstadia heeft ons een fysische maquette op doorslaggevende wijze geholpen om interacties echt beleefbaar te maken. Daardoor konden we mogelijke posities en inhouden al lang voor de eerste voertuigvoorproductie verder ensceneren.
Het interieur van de ID.3 is een revolutionaire nieuwe ontwikkeling: extreem discreet en clean.Axel GebelInterieurdesign
In detail: welke technologie vindt u bij de nieuwe ID.3 het boeiendst?
Het idee in een smart en emotioneel product te zitten dat bijna een eigen karakter, persoonlijkheid lijkt te hebben. Ik zie het ID. Light als schakel tussen buitenwereld, mens en auto voor mij persoonlijk als de technologie die het interieur naar een nieuw niveau tilt. Want het ID. Light is over de hele cockpit aanwezig en biedt de bestuurder visuele ondersteuning. Je wordt bijvoorbeeld bij het instappen onthaald met een welkomstboodschap. Ook het veelvoud aan functies is buitengewoon spannend. Licht is dus niet langer uitsluitend een designelement dat emoties versterkt en het karakter vormt van het voertuig, maar ook een ondersteunende technologie die de bestuurder en de inzittenden beschermt.
Wat heeft u bij de ontwikkeling van de ID.-familie het meest gemotiveerd?
Ik vind het knap hoe we de balans tussen het abstracte en de bediening in het interieur hebben omgezet: look en feel harmoniëren totaal. En hoe consequent we duurzaamheid verweven hebben met elke stap in het design en de ontwikkeling. Het modulaire platform voor elektrische aandrijving (MEB) maakt het allemaal mogelijk.
Wat neemt u persoonlijk mee uit het project?
De nieuwe mindset van Volkswagen. Voor mij gingen de doelstellingen van het concern en die van het product in het project steeds hand in hand. We zijn klaar voor het klimaatakkoord van Parijs en willen tegen 2050 CO2-neutraliteit. De ID.3 zal om die reden vanuit balansoogpunt CO2-neutraal aan de klant worden afgeleverd. De allereerste auto wereldwijd die in de productie en ook bij het gebruikte materiaal de milieugedachte holistisch benadert.
Wat onderscheidt het interieurconcept van de ID.3 precies?
Het is extreem discreet en zeer clean. Zelfs eerder ‘non-automotiv’, als je wil, veeleer zoals een moderne en mobiele woonkamer. Elk voorwerp in de passagiersruimte werd zo ontworpen alsof het een apart meubelstuk is, dat in de totaliteit werkt maar ook op zichzelf.